2 top button

Voor akkerbouw en veehouderij

Bladmeststoffen

YaraVita Getreide
(YaraVita Gramitrel)

Deze bladmeststof voorziet de granen van alle essentiële spoorelementen. Deze elementen zijn koper (Cu), mangaan (Mn) en zink (Zn) met stikstof (N) en magnesium (MgO). Door deze elementen komen de gewassen de stressperioden beter door en herstelt het sneller. Magnesium, zink en mangaan brengen na de winter de fotosynthese weer snel op gang. Koper verbetert niet alleen de N-opname maar ook de pollenkwaliteit en daarmee de vruchtbaarheid van de aar. Koper en mangaan verhogen het aantal spruiten tijdens de uitstoeling. De geadviseerde hoeveelheid is 3 liter per hectare. Dit kan eventueel in twee giften.

Het gecombineerd toedienen van meststoffen met gewasbeschermingsmiddelen bespaart zowel tijd als geld. Het is dan ook belangrijk te weten dat de gebruiker online of via een smartphone vrij toegang heeft tot de "Tankmix" informatie. Tankmix is een tool van Yara die snel laat zien of de meststof met een bepaald gewasbeschermingsmiddel gecombineerd kan worden.

YaraVita Getreide (Gramitrel) kan niet gemengd worden met YaraVita Kombiphos (Solatrel).

Samenstelling
Mangaan (Mn): 150 g/l
Koper (Cu): 50 g/l
Zink (Zn): 80 g/l
Magnesium (MgO): 250 g/l
Stikstof (N): 64 g/l
Soortelijk gewicht: 1,646 kg/l

YaraVita Raps Pro
(YaraVita Brassitrel Pro)

Deze bladmeststof voorziet koolzaad, suikerbieten en sla van alle benodigde spoorelementen. Deze elementen zijn Borium (B), Mangaan (Mn) en Molybdeen (Mo) + Magnesiumoxide(MgO). Het product bevat tevens stikstof (N) en calciumoxide (CaO).

De hoge concentratie van de voedingselementen maakt dat er per bespuiting slechts een beperkte hoeveelheid product nodig is. De geadviseerde hoeveelheid is 3 liter per hectare. Hierbij is het belangrijk dat de plant de juiste bladmassa heeft om het product goed op te nemen. De zuiverheid van de voor het product gebruikte grondstoffen draagt er zorg voor dat er bij toepassing op het blad geen gewasschade ontstaat, maar ook dat eindproduct geen stoffen bevat waardoor het afgekeurd zou kunnen worden.

Een gecontroleerde deeltjesgrootte zorgt voor een snelle opname en langdurig effect. Hierdoor zijn er minder bespuitingen nodig. Op www.tankmix.nl kan gecheckt worden of het product met bepaalde gewasbeschermingsmiddelen gecombineerd kan worden.

Samenstelling
Borium (B): 60 g/l
Mangaan (Mn): 70 g/l
Molybdeen (Mo): 4 g/l
Stikstof (N): 69 g/l
Calcium (CaO): 125 g/l
Magnesium (MgO): 118 g/l
Soortelijk gewicht: 1,537 kg/l

YaraVita Kombiphos
(YaraVita Solatrel)

Fosfaat is vooral belangrijk voor het energiestofwisseling, maar de minst beschikbare voedingsstof. Vooral in de vroege stadia van ontwikkeling kunnen planten, zoals suikerbieten, aardappelen, uien, mais en granen, niet voldoende fosfaat verkrijgen.

Voor de knolzetting van aardappelen in een vroeg stadium wordt 4 liter per hectare geadviseerd. Voor de knolgroei van aardappelen wordt later nog 2x 3 liter per hectare geadviseerd.

De fosfaattoevoer van de plant kan zeer effectief over de bladeren worden uitgevoerd. Hoewel een bladmeststof de fosfaatvorming op de grond niet vervangt, heeft het hetzelfde effect op planten als een energie-drank. De plant heeft energie nodig om een krachtig wortelstelsel te bouwen. YaraVita Kombiphos (Solatrel) initieert dit proces door de plant te voorzien van een extra dosis fosfaat.

YaraVita Kombiphos (Solatrel) kan niet gemengd worden met YaraVita Getreide (Gramitrel).

Samenstelling
Fosfaat (P2O5): 440 g/l
Kalium (K2O): 75 g/l
Magnesium (MgO): 67 g/l
Mangaan (Mn): 10 g/l
Zink (Zn): 5 g/l
Soortelijk gewicht: 1,475 kg/l

Mangaan

Nodig bij mangaan-gebrek door bijvoorbeeld hoge PH-waarden. Mangaan heeft een langdurig effect, zelfs bij droogte.

Borium

Borium zorgt, samen met calcium, voor de opbouw en stevigheid van celmembranen. De taak van borium in dit proces is vooral het vastzetten van de celmembranen aan de celwanden. Daarnaast zorgt borium voor een betere verdeling van calcium in de plant. Een tekort aan borium uit zich daardoor in bruine plekken en afsterving van de jonge plantendelen, kortere internodiën, korte en dikke wortels, vruchtabsorptie, minder stuifmeel en holle stengels. Kortom, een tekort aan borium kan behoorlijke opbrengstverliezen tot gevolg hebben.

Voor de meeste gewassen geldt dat borium in de plant niet mobiel is. Gebreksverschijnselen zijn daarom het eerst en meest duidelijk zichtbaar in de jongste delen van de plant. Bij een ernstig gebrek sterven de groeipunten af. Het is daarom van groot belang te zorgen dat het element op het juiste moment (gedurende de hele groeiperiode) door de plant opgenomen kan worden. Gezien de verminderde hoeveelheid borium in de bodem is het dus van extra belang veel aandacht aan de boriumbemesting te besteden.
Door verschillende oorzaken bevat de bodem steeds minder borium:
1. Intensieve regen
Door de klimaatverandering hebben we vaker te maken met intensieve regen. Borium is zeer uitspoelingsgevoelig. Het spoorelement bindt zich bijvoorbeeld niet of nauwelijks aan de CEC (klei-humus-complex), maar ook niet aan de nutriënten ijzer, aluminium of calcium, zoals fosfaat doet. Teveel regen in één keer zal borium naar diepere lagen doen verdwijnen.
2. Overmatige beregening
Ook perioden van droogte komen vaker voor. Hierdoor wordt er meer beregend. Helaas komt het nogal eens voor dat er per keer teveel wordt beregend.
3. Mestbeleid
Door de veranderde mestwetgeving wordt er tegenwoordig minder dierlijke mest uitgereden. Hierdoor wordt er minder borium vanuit dierlijke mest aangevoerd.

Humic humuszuren

Door de bodem te voeden met HUMIC humuszuren, komt er meer fosfaat, kali, magnesium en andere nutriënten beschikbaar voor de plantwortels. Hiermee wordt de startgroei, wortelontwikkeling en opname van voedingsstoffen gestimuleerd, in het bijzonder bij een lage P-beschikbaarheid.

Fosfaat (P) is als hoofdvoedingselement onmisbaar voor gewassen. Het zorgt voor een goede energiehuishouding, sterke wortels en voldoende groei. Een grote hoeveelheid fosfaat in de bodem wil nog niet zeggen dat het gewas daar ook over kan beschikken. Fosfaat wordt gebonden (gefixeerd) door ijzer en calcium waardoor de plantbeschikbaarheid van fosfaat vermindert. Humuszuren binden het ijzer en calcium in de bodem. Hierdoor komt het vastgelegde fosfaat vrij en is deze weer beschikbaar voor de plantwortels.

Omdat fosfaat vooral in de startfase van een gewas van belang is, is een tekort aan fosfaat achteraf moeilijk te herstellen. Hierdoor is een bemesting met fosfaat aan het begin van het groeiseizoen op zijn plaats. Van de toegediende fosforhoudende meststof wordt in het jaar van toediening meestal niet meer dan 10% tot 25% door de plant opgenomen. De rest bindt in de bodem aan ijzer en calcium. Door de bodem te voeden met humuszuren is veel meer fosfaat beschikbaar. De humuszuren leggen de ijzer- en calciumdeeltjes vast zodat deze geen fosfaat meer kunnen binden.